Het zesde boek van de Aṅguttara Nikāya, de Verzameling van de Genummerde Verhandelingen van de Boeddha, verzamelt 649 sutta's of verhandelingen waarvan het onderwerp bijna altijd gecentreerd is rond groepen van zes onderwerpen.
En ik zeg bijna altijd, want er zijn niet veel onderwerpen in de teksten van zes elementen, zo veel worden er noodgedwongen zoals in het geval van hoofdstuk 11 triades genoemd omdat ze gewoon dat zijn, triades. En wel, aangezien drie plus drie zes is... worden er twee drieklanken in gestopt en hebben we, zogezegd, een sextet klaar om opgenomen te worden in het Boek der Zessen.
Maar we zullen ook zien dat zes gemaakt wordt door één bij vijf op te tellen, of twee bij een groep van vier... In AN 6.29 heeft hij het de hele tijd over vijf dingen en uiteindelijk voegt hij er nog één aan toe om de zes compleet te maken.
Hoewel ook dit boek sutta's bevat die gelezen moeten worden, met uitzondering van de laatste matika's in de laatste hoofdstukken, blijft de inhoud ervan oninteressant. Het wordt steeds duidelijker dat de Anguttara Nikaya zijn populariteit baseert op zijn traditioneel vreselijke vertalingen, die de lezer dwingen om extrapolaties te verzinnen om onduidelijke paragrafen over te slaan, met dat onbestemde mysterieuze aureool van het abstracte.
In de sectie van anekdotische sutta's hebben we AN 6.42 met Nāgita. Daarin gaat de Boeddha tekeer tegen roem en de nadelen daarvan, zoals de moeilijkheid om in alle rust te kunnen schijten of plassen, met vijfhonderd volgelingen die niet ophouden je te volgen waar je ook gaat.
Het zevende boek van de Aṅguttara Nikāya, de Verzameling van de Genummerde Verhandelingen van de Boeddha, verzamelt 1124 sutta's of verhandelingen waarvan het onderwerp is gecentreerd rond groepen van zeven onderwerpen.