Deze derde deelverzameling, genaamd De Vijftig Eindes, bevat geen vijftig sutta's, maar tweeënvijftig. Het is ook verdeeld in vijf hoofdstukken: het hoofdstuk Beginnen met Devadha, het hoofdstuk Beginnen met één voor één, het hoofdstuk Beginnen met beëindiging, het hoofdstuk over analyse, en het hoofdstuk over de zes zintuigen.
Opvallend in deze deelverzameling zijn de sutta's MN 117 De Veertig Groten, dat een samenvatting is van het Edele Achtvoudige Pad, MN 118 De Instructies voor Ademhalingsbeoefening en MN 121 Korte Verhandeling over Beëindiging, waarin de niveaus van mystieke beoefening worden uitgelegd. Deze sutta's bevatten de meeste leerstellige inhoud van de verzameling tussenliggende verhandelingen.
Aan de valse kant staan de sutta's MN 123 die met barokke tinten de zeer late legende van de werkelijke oorsprong van de Boeddha bevat, samen met MN 142 die bovendien dient om een vervalste leerstellige dekmantel te geven om de bhikkhus in alle omstandigheden te schenken, zelfs als het om vermomde kwaadaardige individuen gaat.